NATTIGHEID
Het drimpelt en dringelt
en druipt van de sluif
in stralen en struppels,
het pinkelt en gruift
in golvende glibbing
die zwalpend versliert
naar kabbelend klikklok
dat gluppend ontzwiert.
O zalige zweling
die zingend verzuipt
en kletsend op spreling
tot spetting ontfluipt!