HET COLLEGE VAN WIJSNEUZEN WIL GEEN POTTENKIJKERS
Negen neuzen negen licht
toen de tiende zijn gezicht
in de kring introduceerde.
Waarde collegae, zei nummer tien
zoals jullie wel hebben gezien
zit ik vast aan een geleerde.
Hij steekt mij, behalve in veel boeken
in andermans zaken, om uit te zoeken
wie er gelijk heeft, en wie niet.
U als College van Wijze Neuzen
Interesseert mij daarom reuze.
Mag ik dus toetreden of niet?
‘Uw vraag, o tiende, hoog geacht,
heeft ons in verlegenheid gebracht,’
zo luidde het antwoord van de negen.
‘Wij geven elkaar altijd gelijk
dat scheelt namelijk veel gezeik.
Dus zijn we alle negen mordicus tegen.’