DE GEVOELIGE SNAAR

D

DE GEVOELIGE SNAAR

Een snaar die zeer gevoelig was
lag eens ontspannen in het gras.

Hij werkte op een oude cello
maar kreeg een dagje vrij in Twello

en droomde dat hij heerlijk trilde
onder de vingers van Mathilde

tot hij opeens, – het was een schok –
iets raars voelde en wakker schrok.

Het was een merel die hem pikte
en die zijn snavel haast verzwikte

omdat hij onze vriend de snaar
aanzag voor een worm, blijkbaar.

De snaar, dat snap je zeker wel,
was zwaar beledigd, en riep schel:

Ga weg, jij vuile teringkraai!
voor worm ben ik toch veel te taai!

Ik ben voor de muziek geboren,
en voor de allerfijnste oren!

Nu was de merel van zijn kant
diep gekrenkt en aangebrand:

Ik ben geen kraai! Wat denkt u wel?
Merels zijn dol op snarenspel!

Dus wou ik zoveel jaar na dato
Weer eens tokkelen: pizzicato!

Maar op zulke slappe snaren
valt geen roem meer te vergaren!

Hou je snavel! riep de snaar
Ik moet ontspannen, dus vandaar!

De merel hield het voor gezien
en hipte weg. ’t Was kwart voor tien.

De snaar die zo gevoelig was
bleef rillend liggen in het gras

totdat, hoera!, daar kwam Mathilde
die precies wist wat ze wilde.

Ze spande hem weer op haar cello
en vertrok toen snel uit Twello.

Godzijgedankt, dacht de snaar blij,
Ontspanning – nee, da’s niks voor mij.

juni/juli 98

Over de auteur

Piet Meeuse