Over het werk van Mark Rothko
Als er hoog wordt opgegeven van het werk van een kunstenaar waar ik weinig of niets in zie, dan ben ik best bereid om er nog eens goed naar te kijken. Misschien heb ik gewoon niet goed genoeg gekeken. Daarom zijn we gisteren naar Den Haag gereden, waar we in het Gemeentemuseum de tentoonstelling van het werk van Rothko hebben bezocht.
We namen de tijd om het werk in ons op te nemen. B. probeerde me uit te leggen hoe bijzonder het was, en wat voor effect het op haar had. Maar ik kon haar enthousiasme niet delen. Hoe lang ik ook naar die grote zwarte of donkerbruine vlakken keek, er gebeurde niets. Ik ontdekte alleen dat hij in bijna al die grote doeken die grote, donkere vlakken had begrensd met een rand, die als je goed keek, minimaal van tint bleek te verschillen. Dat er in die vlakken – laag over laag geschilderd – van alles zou ‘bewegen’, dat er andere kleuren doorheen zouden schemeren of iets van ‘bezieling’ in zou vibreren – het ontging mij. Nee, moest ik opnieuw constateren: Rothko is niet aan mij besteed.
Dat zulke kleurvlakken een meditatief effect kunnen hebben, wil ik wel aannemen, maar ik beleef er zelf weinig aan. Dan kijk ik liever naar de kleurschakeringen in de afgebladderde pleisterlagen van een oude muur, waar oneindig veel meer aan te zien is.
Veel meer plezier beleefde ik aan het werk van Emo Verkerk, dat er ook te zien was: speelse, luchthartige schilderijen en sculpturen – veel herkenbare portretten van schrijvers en scheefhangende zeilboten.
**
Ik wil niet geloven, ik wil overtuigd worden door wat ik zie. Dat is wat ik dacht na het zien van de tv-documentaire over Mark Rothko, die ongeveer een week later op tv te zien was.
‘The struggle is beyond painting,’ schreef of zei hij, ‘Not with painting.’ Volgens de curator van de tentoonstelling in Den Haag was hij niet zozeer een schilder als wel een filosoof die het schilderen gebruikte om zijn ideeën vorm te geven. Voilà, dacht ik. Dat is precies waarom ik mijn reserves heb bij zijn werk. Hij heeft kennelijk ook veel geschreven, en dus nagedacht over zijn werk. Maar als dat denken ‘beyond painting’ ging, dan vrees ik dat dat zijn werk niet ten goede is gekomen.
Een schilder ‘denkt’ toch vooral met zijn ogen, in verf, met zijn kwast. In de kunst – en eigenlijk in alles wat mensen maken – tellen niet de intenties, maar het effect en het resultaat. Het kan wel zijn dat wat Rothko wilde en nastreefde iets heel belangrijks en interessants was (communicatie met het publiek, ‘basic emotions’ et cetera), maar als ik dat, kijkend naar zijn werk, niet ervaar, dan blijven dat voor mij lege woorden.
Hij wilde, begreep ik uit de documentaire, de schilderkunst even aangrijpend maken als muziek en poëzie. Dat is een enorme ambitie. Maar als die ‘struggle’, zoals hijzelf zegt, ‘beyond painting’ is, en niet ‘with painting’, sla je dan als schilder het belangrijkste niet over? Hoe kun iets goeds maken als het maken zelf – het schilderen dus – je eigenlijk niet interesseert?
**
Ik stoor me ook steeds meer aan de ‘heiligheid’ die er, in dit soort documentaires, rond kunst hangt. De begeleidende muziek, de pretentieuze beelden van dingen die er niets mee te maken hebben en alleen een suggestieve functie vervullen. Kunst, en vooral beeldende kunst, is tegenwoordig al te vaak een kwestie van geloof, geloof in ideeën, ‘concepten’ etcetera. Dat maakt me bij voorbaat wantrouwig. Ik wil het zien, en daaraan zelf iets beleven.
Wat ik ervan begrijp, is dat R. een schilderkunst wilde maken die ‘basic emotions’ zou oproepen in de beschouwer. En hij probeerde dat te bereiken door te vereenvoudigen: zowel in vorm (uiteindelijk alleen rechthoeken) als in kleur (steeds monochromer en donkerder). Hij wilde dat de beschouwer a.h.w. zijn schilderijen kon ‘binnengaan’. Erin opgenomen zou worden.
Ook daarbij kan ik me nog wel iets voorstellen: dat verlangen begrijp ik. Maar dat zijn allemaal intenties. De beslissende vraag is: gebeurt het ook?
Mijn antwoord: niet met mij, helaas. Maar ik sluit niet uit dat dat misschien ook komt door de devote sfeer die rond dit soort schilderkunst gecreëerd wordt. Misschien ben ik daardoor al bijvoorbaat niet in de goede stemming om er onbevangen naar te kijken.
So what, kun je zeggen. Waarom zou je je daar druk om maken? Je hoeft toch niet alles goed te vinden en iedereen heeft toch zijn eigen voorkeuren? Zeker – maar hier is nog iets anders aan de hand. Kunst zonder enige zelfrelativering, kunst die het moet hebben van het verhaal eromheen, dat is naar mijn overtuiging geen kunst meer, maar iets dat ruikt naar religie. Dat overtuigt mij niet, want dat doet een beroep op mijn bereidheid tot geloven, niet op mijn zintuigen, die toch in de eerste plaats aangesproken zouden moeten worden.
Was Rothko misschien een schilder die zichzelf te serieus nam? Mogelijk, maar dan niet als schilder, helaas, maar als mystieke ‘filosoof’. Dat er zo’n cultus rond zijn werk is ontstaan, zal vrees ik ook wel iets te maken hebben met zijn zelfmoord – een tragisch verhaal is altijd goed voor de mythevorming. Maar misschien pleegde hij wel zelfmoord omdat hij wist dat hij een middelmatige schilder was, en dat hij zijn intenties niet waar kon maken. Dat is ook tragisch, maar het maakt zijn werk niet beter.
(2017?)