PITRIETRIJK
Wezig welkt de snoeve druiling
in het schravige struweel
tot de achterlangse builing
zomp verschaalt – ach, veel te veel!
Maar uit schuw gestreelde keel
klinkt een krachtige ontkuiling
die lang doorwerkt in de steel
waaraan gister nog een tuil hing.
Zo is ’t schaduwrijk ontvallen
zwaar en zwichtig, pitrietrijk,
tussen ’s werelds droffe wallen.
En wie kleunt op witvlietsdijk,
overlangs de snaaie ballen,
die vergeet het schier gelijk.
5-6-98