OUDE DAG Hoor de muziek der krakelingen Die door het jichtig zwerk verwaait: Hoe kreunende gewrichten zingen Terwijl de fom voorgoed verfaait! Zo...
ACHTERGROND
ACHTERGROND Kroos verdampt in wijde kringen Waar eens het broos geblaat ontstak In een onstuimig walmend zingen Van rookkanaal en zadeldak. Maar...
LOOS
LOOS Aan zwaag en braal ontvlamt niet zelden totaal verbruide overdoos maar toen des nachts de prille helden in een onverhoeds verpoos hun laatst...
NATTIGHEID
NATTIGHEID Het drimpelt en dringelt en druipt van de sluif in stralen en struppels, het pinkelt en gruift in golvende glibbing die zwalpend versliert...
PITRIETRIJK
PITRIETRIJK Wezig welkt de snoeve druiling in het schravige struweel tot de achterlangse builing zomp verschaalt – ach, veel te veel! Maar uit...
OVERHEEMS EINDE
OVERHEEMS EINDE Het luifelt en de zwoele zweem libbert nog zachtjes voort terwijl het muifse overheem zoet kwispelt aan de poort: Oehoe! Oehoe! Laat...
DE DWURP
DE DWURP Een dwurp beweegt zich liever niet. Hij ligt bij voorkeur plat. Dan lijkt hij op een pannekoek En denkt: wie doet me wat? O luie dwurp, wat...
DE OEREWOEP
DE OEREWOEP Een oerewoep, zoals je weet, Houdt niet van warm, en hij haat heet. Liefst hangt hij in de koelkast rond En kauwt ijsblokjes (heel...
DE PRILHOM
DE PRILHOM Een prilhom heeft iets van een snak Maar is lang niet zo snuis En anders dan een knakkerlak Knakt hij niet met zijn buis. De prilhom is...
DE SNIRKEL
DE SNIRKEL De snirkel is een lelijk beest en het lijkt nergens op; zijn achtersneuf is mooi geweest maar hangt nu op zijn kop. Hij heeft wel iets van...