De kip en haar schaduw

D

‘Waarom pik jij altijd naar hetzelfde korreltje als ik?’ vroeg de kip geïrriteerd aan haar schaduw.
‘Die vraag zou ik ook aan jou kunnen stellen.’ zei de schaduw.
‘Maar ik was eerst,’ zei de kip, ‘Nou: waarom?’
‘Nou, daarom,’ zei de schaduw eigenwijs.
‘Daarom is geen reden.”
‘Waarom niet?’
‘Daarom niet!’
De kip wendde boos haar kop af. Zo kon je toch geen gesprek voeren! Ze wilde niets meer met haar schaduw te maken hebben en spurtte naar de andere kant van het erf. Maar toen ze daar in een polletje gras wilde pikken, zag ze die schaduw ook weer pikken.
‘Ga weg!’ zei ze en ze sloeg dreigend haar vleugels uit.
Maar dat deed de schaduw ook.
Ze maakte een sprongetje van boosheid.
De schaduw ook.
‘Stomme naäper! Ga toch iemand anders naäpen!’
Maar de schaduw bleef haar hardnekkig volgen in al haar bewegingen.
Toen begon de kip na te denken. Ik moet een list verzinnen om haar kwijt te raken, dacht ze. Om zich te concentreren begon ze verwoed in de grond te krabben en probeerde niet op haar schaduw te letten.
Opeens had ze het.
‘Weet je wat? We doen wie het eerst in de schuur is. Goed?’
Ze keek opzij en zag haar schaduw knikken.
De kip telde tot drie en stoof met fladderende vleugels naar de schuur, die zijn eigen schaduw over het erf wierp. De schuurdeur stond open. Ze rende naar binnen en verstopte zich onder de kar die daar stond.
Een tijdje bleef ze in elkaar gedoken zitten, en speurde om zich heen. Ha! Haar list was gelukt: haar schaduw was nergens meer te bekennen. Opgelucht stapte ze onder de kar vandaan. Een slimmere kip dan ik moet nog geboren worden, dacht ze tevreden, en ze schreed naar buiten om haar herwonnen vrijheid te gaan koesteren in het zonnetje.

Over de auteur

Piet Meeuse